Vanwege het lot van dak- en thuisloze Rotterdammers, de verslechterende situatie en de koude nachten in de wintermaanden zijn we in de gemeenteraadsvergadering van 21 december in gesprek gegaan met de wethouder over de stand van zaken. Na de krachtige nachtelijke manifestatie ‘Recht op rust’ waarin aandacht werd gevraagd voor dak- en thuisloze Rotterdammers heeft Astrid Kockelkoren haar best gedaan de belangen van deze mensen zo goed mogelijk te vertegenwoordigen.

Meerdere oppositiepartijen hebben voorstellen ingediend om de situatie voor dakloze mensen te verbeteren. Onze voorstellen richten zich op de winteropvang. Dit is de noodopvang voor mensen die niet terechtkunnen in de reguliere opvang omdat deze vol is of omdat ze, bijvoorbeeld omdat ze arbeidsmigrant zijn, ‘geen recht hebben’ op reguliere opvang wanneer het kouder is dan 0 graden. Veel dakloze mensen ervaren deze opvang als onveilig, zo worden er bijvoorbeeld paspoorten gestolen. Om deze reden kiezen mensen ervoor om alsnog op straat te slapen als het vriest, met alle gevolgen van dien. We diende een motie in die oproept om aan de slag te gaan met de veiligheid bij de winteropvang zodat dakloze mensen hier met een gerust hart kunnen slapen en uit de kou zijn.

Ons tweede voorstel ging over de locatie van de winteropvang. Deze locatie wordt nu ook gebruikt voor slaapplekken voor mensen  die door wachtlijsten niet in de reguliere opvang terecht kunnen, ook als het boven de 0 graden is. Deze regeling stopt echter  na de winter. Dit is wat GroenLinks betreft onacceptabel. Zolang we faciliteiten hebben voor noodopvang, zou niemand noodgedwongen op straat moeten slapen omdat er wachtlijsten zijn voor reguliere opvang. We diende daarom een motie in die oproept om ook na de winter deze locatie open te houden wanneer er sprake is van wachtlijsten in de reguliere opvang. Dit voorstel kon rekenen op voldoende steun en is aangenomen door de gemeenteraad!

Nul gedwongen dakloosheid blijft ons doel en we zullen ons de komende jaren blijven inzetten om dit afwachtende stadsbestuur te blijven wijzen op hun verantwoordelijkheid. Geen Rotterdammer hoeft op straat te slapen.