GroenLinks wil dat burgemeester Aboutaleb de gang van zaken bij verkiezingsbureau OBS De Pijler in Feijenoord alsnog evalueert. Doordat het stembureau een rij wachtende kiezers heeft weggestuurd, is naar alle waarschijnlijkheid een restzetel toegevallen aan het CDA in plaats van aan GroenLinks.
Bij het stembureau stond op 19 maart voor sluitingstijd nog een rij van vijftig tot honderd mensen te wachten. De voorzitter van het stembureau heeft deze mensen even voor negen uur weggestuurd, terwijl zij volgens de Kieswet ook na sluitingstijd hun stem nog hadden mogen uitbrengen.
GroenLinks kreeg in OBS De Pijler bijna 17 procent van de stemmen, maar haalde in heel Feijenoord net niet de kiesdrempel voor een zetel in de gebiedscommissie. Het CDA, dat de kiesdrempel eveneens niet haalde en bij het gewraakte stembureau niet verder komt dan 3 procent, kreeg in heel Feijenoord slechts 6 stemmen méér dan GroenLinks. De weggestuurde mensen hadden het verschil kunnen maken: ‘Uitgaande van het gemiddelde stemgedrag in stembureau De Pijler, zou GroenLinks meer stemmen hebben gekregen dan het CDA als de rij kiezers niet was weggestuurd', zegt GroenLinks-fractievoorzitter Judith Bokhove.
De christendemocraten hebben door het akkefietje een openvallende restzetel gekregen die eerder was toegewezen aan Leefbaar Rotterdam. De partij van Joost Eerdmans kon de zetel niet invullen door een tekort aan kandidaten op de lijst. GroenLinks-fractievoorzitter Judith Bokhove wil dat de onderste steen boven komt over de onregelmatigheden. ‘Je moet je verlies kunnen nemen, maar in dit geval doet de uitslag van de verkiezingen naar alle waarschijnlijkheid geen recht aan de wens van de kiezers. Dat is zuur voor alle mensen die op GroenLinks hebben gestemd en die nu niet vertegenwoordigd zijn.’
De verkiezingsuitslag is onherroepelijk, waardoor de zetelverdeling niet meer zal wijzigen. Bokhove wil desondanks dat burgemeester Aboutaleb de kwestie grondig gaat evalueren. ‘We moeten voorkomen dat het bij volgende verkiezingen weer mis kan lopen. Kiezers moeten erop kunnen vertrouwen dat zij hun democratische recht kunnen gebruiken én dat de uitslag van de verkiezingen betrouwbaar is.’