Na GroenLinks hebben ook de kamerfracties van PvdA, SP, ChristenUnie en Partij voor de Dieren zich woensdag uitgesproken tegen aanleg van de Blankenburgtunnel bij Rotterdam. De vijf partijen vinden dat de tunnel geen oplossing biedt voor de bereikbaarheidsproblemen bij Rotterdam.
De nieuwe snelweg met tunnel moet de A20 en de A15 gaan verbinden en doorklieft op de noordoever van de Maas een waardevol natuurgebied van Natuurmonumenten. Tijdens een flitsactie in Vlaardingen tegen aanleg van de westelijke oeververbinding hebben de Tweede Kamerleden Rik Grashoff (GroenLinks), Attje Kuiken (PvdA), Farshad Bashir (SP), Esther Ouwehand (PvdD) en Carla Dik (CU) door een handafdruk in de klei symbolisch beloofd dat zij zich ‘kleihard’ voor behoud van Midden-Delfland zullen inzetten. Zij gaven ook eensgezind aan dat de Blankenburgtunnel er niet moet komen en noemen de aantasting van natuur, recreatie en leefbaarheid door de nieuwe snelweg ‘onacceptabel’.
GroenLinks is vanaf het begin tegenstander geweest van de nieuwe oeververbinding. De kamerfractie vindt het onverantwoord en niet nodig om minstens één miljard euro uit te trekken voor de weg. GroenLinks bepleit daarentegen een spitsheffing, flexibele werktijden en betere benutting van de Betuwelijn om bestaande wegen te ontlasten. Uit doorrekeningen van het CPB bleek maandag dat de plannen van de partij, zonder nieuw asfalt, leiden tot een afname van de files in Nederland met 67 procent. GroenLinks is daarmee nationaal kampioen filebestrijding
Volgens Tweede Kamerlid Rik Grashoff is de nieuwe weg niet alleen overbodig en duur, maar ook schadelijk. ‘Midden-Delfland is één van de weinige groene gebieden in de omgeving van Rotterdam en van groot belang voor recreanten en voor weidevogels’, zegt hij. Door de val van het kabinet is de aanleg van de Blankenburgtunnel controversieel verklaard en is het gevaar voor even geweken. Tijdens coalitiebesprekingen na de verkiezingen op 12 september moet blijken of GroenLinks, PvdA, SP, ChristenUnie en de Partij voor de Dieren de plannen definitief van tafel kunnen vegen.