De banken moeten hun verantwoordelijkheid nemen en een deel van de schulden van woningcorporatie Vestia kwijtschelden. Dat schrijven het Rotterdamse GroenLinks-raadslid Judith Bokhove, het Haagse raadslid Inge Vianen en Tweede Kamerlid Linda Voortman in het Financieele Dagblad.

Om te voorkomen dat de corporatie omvalt, hebben demissionair minister Spies en Vestia de banken gevraagd om een schuldreductie van 33%. Dat zal de banken ongeveer 700 miljoen euro kosten, en daar hebben zij weinig zin in. ‘De banken werden vier jaar geleden gered door belastingcenten van Nederlandse burgers, maar nu geven banken niet thuis’,  schrijven de GroenLinks-politici. ‘De banken zouden er goed aan doen om het verzoek voor schuldreductie zonder al te veel drama in te willigen. Oorzaak van de problemen bij Vestia zijn immers de ondeugdelijke financiële constructies die door een aantal banken zijn aangesmeerd aan Vestia.’

De GroenLinksers wijzen op het maatschappelijk belang dat gepaard gaat met het redden van Vestia. ‘Het verzoek is bescheiden, zeker ook gezien het verleden van een aantal banken en de morele schuld die zij in te lossen hebben jegens de Nederlandse bevolking en de minder draagkrachtige groepen daarin.’

Vestia bezit 90.000 sociale huurwoningen in voornamelijk Rotterdam en Den Haag. De corporatie is van plan om 15.000 woningen te verkopen, waardoor het aantal huurwoningen daalt en de wachtlijsten groeien. Ook gaan de huren omhoog om de financiële gaten te dichten. Renovaties worden niet meer uitgevoerd en allerlei projecten in achterstandswijken wordt stopgezet. ‘Huishoudens die onder of op het modale inkomen zitten, hebben het meest te lijden van de ontstane situatie. De banken kregen eerder miljarden aan kapitaalinjecties; dat kwam uit de zakken van de Nederlandse bevolking. Dit keer zijn de rollen omgekeerd en moeten de banken hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.’