Elke supermarkt moet een inleverpunt krijgen voor gebruikt frituurvet en zonnebloemolie. Dat bepleiten de Rotterdamse gemeenteraadsleden Arno Bonte (GroenLinks) en Hennie van Schaik (Leefbaar Rotterdam). Van de plantaardige olie kan biodiesel worden gemaakt. Goed voor het milieu én voor de gemeentelijke portemonnee.

In Rotterdam wordt op kleine schaal frituurvet ingezameld bij gemeentelijke milieuparken, een aantal sportclubs en bij een handjevol supermarkten. Dat is niet genoeg, vinden de raadsleden. 'Veel mensen gooien de olie in de vuilnisbak, anderen spoelen het door het riool. Dat kost de gemeente vier ton per jaar voor het ontstoppen van de riolering', zegt Van Schaik. 'Zonde van het geld', voegt zijn collega Bonte toe. 'Zeker als je bedenkt dat je van het frituurvet in een handomdraai waardevolle brandstof kunt maken.'

De Europese Unie wil dat diesel aan de pomp voor minimaal 5,75 procent wordt bijgemengd met biobrandstoffen. Nederland voldoet nog niet aan die verplichting. Volgens Bonte en Van Schaik kan dat percentage makkelijk gehaald worden als iedereen zijn plantaardige olie inlevert bij de supermarkt.

Daarmee wordt volgens de Rotterdamse raadsleden nog een probleem opgelost. 'Het verbouwen van biobrandstoffen leidt tot bomenkap, het verjagen van zeldzame diersoorten en het veroorzaakt voedselschaarste in arme landen', zegt Bonte, 'het bijmengen van gebruikt frituurvet heeft die nadelen niet.'