De wachtlijsten in de jeugdzorg in de regio Rotterdam zijn sinds begin dit jaar met 66 procent afgenomen. Dat heeft wethouder Peter Lamers (CDA) deze week gezegd. Hij reageert daarmee op de uitspraken van minister Rouvoet over de lange wachtlijsten in de Maasstad.

Begin dit jaar stonden 508 kinderen op een wachtlijst. Op 15 september waren dat er 176. De meeste jongeren op de wachtlijsten hebben gedragsproblemen, groeien op in probleemwijken en hebben vaak gescheiden ouders of wonen in een gezin met een slechte financiële situatie. Volgens GroenLinks moet voor elk kind een opvangplek worden gevonden binnen de maximale termijn van negen weken. Het nieuwe college (zonder de VVD) heeft in het voorjaar afgesproken om tien miljoen euro extra uit te trekken voor kinderen die in problemen komen. Lamers verwacht dit jaar 2505 extra kinderen te kunnen helpen. De wethouder noemt dat 'een topprestatie'.

Desalniettemin zijn alle politieke partijen bezorgd over het lage tempo waarop veranderingen plaatsvinden in de jeugdzorg. Momenteel is er nog steeds sprake van een bezettingsgraad van honderd procent in de opvang, waardoor kinderen soms worden teruggestuurd naar een onveilige situatie, of door medewerkers van jeugdzorg mee naar huis genomen worden. ,,Daar moet zo snel mogelijk een einde aan komen", vindt Anneke Verwijs van GroenLinks. Zij is het eens met de wethouder dat kinderen wel moeten passen bij de opvangplek. ,,Dat heeft uiteindelijk net iets meer prioriteit dan het wegwerken van de wachtlijst."

De complexe financiering van de jeugdzorg is deels verantwoordelijk voor de langere wachtlijsten. ,,Dit blijkt bijvoorbeeld uit de kloof die nog steeds bestaat tussen de crisisopvang en de jeugd-GGZ, waardoor de kinderen niet altijd centraal staan.", aldus Verwijs. ,,De wethouder heeft ons nu gelukkig toegezegd om de evaluatie van de wet op de jeugdzorg aan te grijpen om deze versnippering aan te kaarten bij de minister."