De gemeenteraad wil dat de stadsmariniers blijven in Rotterdam. Groenlinks wil dat de mariniers voor zolang nodig alleen nog ingezet worden in de meest onveilige wijken en dat reguliere organisaties leren en taken overnemen, zodat de stadsmariniers op termijn overbodig worden.

De zogenoemde stadsmariniers richten zich op de jeugd en op het beperken van geweld en overlast in probleemwijken. Rotterdam heeft onder meer een stadsmarinier voor Antillianen en een Justitiemarinier. De stadsmarinier is niet verbonden aan een organisatie. De ene dag spreekt hij met een winkelier of bewoners over een onderwerp en nog dezelfde week met de burgemeester of wethouder.

Volgens het evaluatierapport ‘Van urgentie naar noodzaak’ moeten de stadsmariniers ook de komende jaren blijven. Maar het rapport stelt ook dat de mariniers niet alleen oog moeten hebben voor snelle interventies. ,,Ze moeten visie hebben op de potentiële sterke kanten van een wijk en niet alleen zoeken naar de kwetsbaarheden”, aldus het rapport. ,,De zak met geld van de stadsmariniers en hun geleende gezag werken oppervlakkige analyses, en daarop gebaseerde acties, in de hand. Zonder goed verhaal kunnen ze zelf overgaan tot actie of anderen daartoe aanzetten. Ze koppelen gemakkelijk een oplossing aan een probleem. De analyses die ten grondslag liggen aan besluiten over cameratoezicht zijn bijvoorbeeld onvolledig,” aldus het rapport.

Groenlinks wil daarom dat stadsmariniers selectief en tijdelijk worden ingezet. ,,Het is bedoeld als een noodinstrument”, zegt fractievoorzitter Anneke Verwijs. ,,We zijn niet tegen zo’n noodinstrument, maar een marinier moet zichzelf wel overbodig willen maken door met reguliere organisaties te bespreken wat er niet goed gaat en wat zij misschien beter kunnen doen, zodat wijken er echt bovenop komen. Los daarvan willen we van de oorlogstermen af, zoals ‘frontlinie’, ‘marinier’ en ‘officier zonder leger’. Dat is slecht voor de sfeer in de stad en het helpt helemaal niemand vooruit.”