De gemeente zal moeten accepteren dat sommige jongeren met elkaar straattaal spreken. Dat zegt GroenLinks-raadslid Nourdin el Ouali morgen in een debat over de gemeentelijke campagne tegen straattaal. Hij wil dat de gemeente Rotterdam stopt met het ‘dissen’ van de jongerencultuur.

De gemeente Rotterdam voert van oktober tot eind dit jaar een campagne tegen straattaal en vóór betere Nederlandse taalbeheersing. De campagne bestaat onder meer uit reclamespotjes en advertenties en kost 88.000 euro. Volgens raadslid Nourdin el Ouali kan de wethouder dat geld beter investeren in extra taalonderwijs. ‘Het gaat van zijn levensdagen niet lukken om straattaal te bestrijden’, zegt hij. ‘Respect tonen voor de meerwaarde van taalverrijking is veel slimmer dan jongeren stigmatiseren en hen in een hoek zetten.’

Volgens El Ouali is er bovendien geen direct verband tussen Nederlandse taalbeheersing en het spreken van straattaal. ‘Deze campagne heeft vooral aan het licht gebracht dat ambtenaren en wethouders de straattaal slecht beheersen’, grapt hij. ‘Niemand op het stadhuis begreep onze schriftelijke vragen in straattaal, waardoor we uiteindelijk een Nederlandse vertaling moesten maken. Andersom ken ik geen enkele straattaalspreker die een vertaalbureau nodig heeft om in het Nederlands te communiceren.’

Volgens de gemeente is de campagne ondanks alle kritiek toch een succes. Een woordvoerder verwijst naar de 26.000 unieke bezoekers die in de eerste weken de website hebben bezocht. Hiervan klikte 51 procent door naar leeroefeningen en meer informatie. ‘Dat zegt niks, zegt El Ouali. ‘De campagne is landelijk in het nieuws geweest en nieuwssites hebben doorgelinkt naar de campagne. Jongeren die slecht Nederland spreken bereik je daar niet mee. Dat doe je op school, met extra taallessen, en zeker niet met een respectloze en peperdure campagne.’