Het Europese Hof van Justitie heeft vandaag besloten dat de milieuvergunningen voor de kolencentrales op de Maasvlakte in strijd zijn met EU-regelgeving, maar het is aan de Nederlandse politiek om die regelgeving in nationale wetgeving om te zetten. GroenLinks-fractievoorzitter Arno Bonte wil daarom een Rotterdamse lobby richting Den Haag om handhaving van de nationale emissieplafonds in de wet te verankeren.

Het Europese Hof benadrukt in haar uitspraak dat Nederland de Europese luchtkwaliteitsnormen moet halen. Dat lukt niet met drie nieuwe kolencentrales, waarvan er twee op de Maasvlakte komen. Nederland stoot nu al meer zwavel en stikstofdioxide uit dan toegestaan en door de bouw van de nieuwe centrales neemt de overschrijding verder toe. GroenLinks komt daarom in de Tweede Kamer met het voorstel om energiebedrijven -net als andere vervuilers- gewoon te laten betalen voor hun CO2-uitstoot. Daarmee wordt het voor energiebedrijven onrendabel om in ouderwetse kolencentrales te investeren.

‘De bouw van nieuwe kolencentrales is een aanslag op het klimaat en bovendien vertragen ze de doorbraak van schone energie’, zegt de Rotterdamse fractievoorzitter Arno Bonte. ‘Door de onbeperkte uitstoot komt ook onze eigen Rotterdamse klimaatdoelstelling in gevaar. Nu de Nederlandse politiek weer aan zet is om de uitstoot aan banden te leggen en te komen met goede regelgeving, wil ik de Rotterdamse fracties van VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam oproepen om hun moederpartijen in het kabinet aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.'

Milieuorganisaties stapten naar de rechter, omdat de milieuvergunningen in strijd zijn met de Europese emissieafspraken voor schone lucht. NUON heeft daarop zelf besloten om voorlopig geen nieuwe kolencentrales te bouwen. E.On, Electrabel en RWE Power gaan vooralsnog wel door met de bouw. Bonte: ‘Het is niet te laat om dit te stoppen en om alsnog te investeren in schone energie. Dat levert Rotterdam meer banen op, maakt ons minder afhankelijk van het buitenland en zorgt voor behoud van de aarde voor volgende generaties.’