Vandaag is het Internationale dag voor mensen met een beperking. Gebiedscommissielid Bülent Ünlu maakt zich hard voor dit onderwerp. We spraken hem over de betekenis van deze dag.

Bülent: we zagen je onlangs in een campagnevideo van GroenLinks Zuid-Holland waarin je de toegankelijkheid van openbare voorzieningen in Rotterdam en in Zuid-Holland onder de loep neemt. Het onderwerp houd je bezig, wat drijft je om hier aandacht voor te vragen?

‘Mijn doel is de positie van mensen met een beperking stukken te verbeteren. Want ik geloof dat ze het recht hebben om zelfstandig te wonen, naar school te gaan en het openbaar vervoer te gebruiken of te werken. Net als ieder ander. "Makkelijk meedoen in de maatschappij", dat is mijn slogan.

Het is in vergelijking met 15 jaar geleden best verbeterd in Nederland. Maar wat betreft de bureaucratie gaat het niet goed. Mensen lopen vast in papierwerk. Zelf ervaar ik ook moeilijkheden hiermee. Zo ben ik al sinds augustus bezig met het regelen van een nieuwe rolstoel maar ik word van het kastje naar het muurtje gestuurd. Helaas ben ik niet de enige die tegen grenzen aanloopt. Ik wil opkomen voor iedereen die een beperking heeft.’

Zoals gezegd is 3 december de Internationale dag voor mensen met een beperking. Wat heeft deze dag volgens jou voor betekenis?

‘Ik zie het als een aanmoediging om de discussie om de rechten van mensen met een beperking op de agenda te krijgen en te houden. Op alle niveaus: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. Ik hoop dat het mensen aan het denken zet.’

Wat doe je zelf om meer bewustwording te krijgen voor toegankelijkheid?

‘In de gebiedscommissie heb ik een werkgroep "toegankelijkheid" opgericht. We kijken hoe we het centrum toegankelijker kunnen maken. Ook delen we sterren uit aan plekken waar het goed is geregeld.
Verder geloof ik dat bewustwording heel belangrijk is. Er is niets mis mee om af en toe een letterlijk een signaal af te geven om van je te laten te horen. Het VN-verdrag Handicap stelt: 'Nothing about us without us', dat vind ik een mooi uitgangspunt. De gemeente moet contact maken met mensen met een beperking om zoveel mogelijk mensen met een beperking zelf te laten aangeven wat zij nodig hebben.’

Wat adviseer je anderen die hier iets mee zouden willen doen?

‘Ik vind het belangrijk als er meer bewustwording en ook meer empathie komt voor mensen met een beperking. Waar lopen zij tegen aan? Wat kunnen we verbeteren? Dat soort vragen moeten we onszelf stellen. De gemeente moet wat mij betreft focus aanbrengen. Bijvoorbeeld door het VN-verdrag te gebruiken om toegankelijkheid op het netvlies te krijgen. Zodat er meer bewustbewording komt. Het zou natuurlijk mooi zijn dat het VN-verdrag de basis wordt van een soort grondwet voor de zorgdecentralisatie. In die zin is de bekrachtiging van het verdrag een belangrijk wapen. In de vorming van een echte inclusieve samenleving in Nederland. Dit moet het makkelijker maken zo zelfstandig mogelijk om in onze samenleving deel te nemen. Vanuit het perspectief van volwaardig burgerschap dan wordt onze samenleving echt mooier.’