Harde knallen waren bij de afgelopen jaarwisseling de grootste vuurwerkergernis. Dat blijkt uit een inventarisatie van de klachten van het meldpunt vuurwerkoverlast van GroenLinks. In totaal kwamen er 82.212 meldingen binnen.

Veertig procent van de meldingen gaat over overlast van vuurwerkbommen, waardoor mensen soms nachten uit hun slaap zijn gehouden. Een andere grote bron van ergernis was het te vroeg afsteken van vuurwerk (34 procent). Na de start van de vuurwerkverkoop - vier dagen voor Oud en Nieuw -  nam het aantal klachten op het meldpunt explosief toe. Andere meldingen gingen over vuurwerkstress bij huisdieren (11 procent) en over vuurwerkschade en gevaarlijke situaties op straat (8 procent).

De meeste klachten over vuurwerkoverlast komen uit de grote steden: Amsterdam (3834), Rotterdam (3601), Den Haag (2713) en Utrecht (2070). Maar ook vanuit middelgrote gemeenten stroomden de meldingen binnen: Groningen (1356), Nijmegen (1189), Eindhoven (1172) en Enschede (1127).

Het meldpunt vuurwerkoverlast is een initiatief van 15 lokale GroenLinks-fracties. Van 17 december tot 3 januari konden meldingen over vuurwerkoverlast worden gedaan. De GroenLinks-fracties overhandigen de meldingen op 16 januari aan de Tweede Kamer.

GroenLinks pleit voor een 'modernisering van de vuurwerktraditie'. Om overlast, schade en slachtoffers in de toekomst te voorkomen ziet de partij het liefst dat met Oud en Nieuw vuurwerk alleen professioneel wordt afgestoken.