Wethouder Rik Grashoff wil dat dit jaar zeker vijfduizend mensen een inburgeringscursus volgen. Bovendien moet de kwaliteit van de cursussen flink omhoog en komt er meer nadruk te liggen op taal.

In de afgelopen jaren bleef het aantal inburgeraars in Rotterdam, net als in de rest van Nederland, achter bij de doelstellingen. Zo volgden in 2007 ’slechts’ 155 mensen de cursus; vorig jaar waren dat er 3500 in Rotterdam. De inburgering liep niet goed door een bureaucratische wet van toenmalig minister Rita Verdonk, met als gevolg ingewikkelde procedures bij de gemeenten, negatieve berichtgeving en een afwachtende houding van inburgeraars.

Rik Grashoff wil nu onder meer dat ‘vergeten’ mensen op de wachtlijst alsnog snel lessen kunnen gaan volgen, dat het participatie- en taaltraject beter wordt afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de cursist, dat op wijkniveau mensen worden gemotiveerd om mee te doen en dat er ook cursussen komen op basisscholen, zodat de drempel lager wordt voor moeders met kinderen. Ook moeten de administratieve lasten omlaag en verbetert de registratie van inburgeraars. De gemeente trekt daardoor tijdelijk meer verantwoordelijkheden naar zich toe.

Fractievoorzitter Anneke Verwijs is blij met de nieuwe aanpak. ,,Het leren van de taal wordt weer leuk en uitnodigend. Taal leren kun je ook doen door het te combineren met bijvoorbeeld een maatschappelijke stage. Dan werk je meteen aan participatie. Het is ook een goede zaak dat er wordt samengewerkt met bondgenoten in de wijken om mensen te motiveren om te leren. Het verplicht stellen van inburgeren kun je alleen doen als de overheid zelf haar zaken eerst goed op orde heeft gebracht, zodat mensen niet langdurig op een wachtlijst blijven staan.”