GroenLinks-leider Bram van Ojik wil GroenLinks terug in het Rotterdamse college. Nu zit de partij in de oppositiebankjes. Volgens Van Ojik is links lokaal bestuur belangrijker dan ooit om tegenwicht te bieden aan de kille bezuinigingspolitiek uit Den Haag.

GroenLinks heeft nu 69 wethouders in 65 (vaak grote) gemeenten. Die invloed wil de partij behouden. Dat stelde GroenLinks partijleider Bram van Ojik na een bijeenkomst met de GroenLinks-lijsttrekkers uit de grote steden. In Rotterdam ziet hij voor GroenLinks een rol weggelegd in de coalitie. Ook de Rotterdamse lijsttrekker Judith Bokhove wil GroenLinks in het centrum van de macht terugbrengen.

Van Ojik: 'GroenLinksers zitten niet in de politiek om te preken vanaf de kansel, maar om het beleid sociaal en groen bij te sturen. Dat is waar onze wethouders dagelijks mee bezig zijn. Uiteraard zijn wij bereid daarvoor compromissen te sluiten, maar niet ten koste van alles. Daarom zijn linkse bondgenoten belangrijk. Zeker nu gemeenten voor veel meer taken verantwoordelijk worden.'

Het kabinet wil gemeenten verantwoordelijk maken voor de jeugdzorg, de thuiszorg en de mensen die nu in een sociale werkplaats werken of in de Wajong zitten. Dat gaat gepaard met enorme bezuinigingen op onder andere de thuiszorg, dagbesteding en re-integratie. Van Ojik: 'Door de miljardenbezuiniging van het kabinet worden de extra taken van gemeenten praktisch onuitvoerbaar. Des te belangrijker is een links lokaal bestuur om in de gemeenten wél de sociale keuze te maken. Waar GroenLinks staat is duidelijk. Wij willen de zorg aan huis behouden. Wij willen investeren in lokale werkgelegenheid. En wij gaan voor groene wijken en duurzame energie.'