Er moeten in de Rotterdamse haven zo snel mogelijk ontgassingsinstallaties komen waar schepen giftige dampen uit hun ruimen kunnen omzetten naar herbruikbare vloeibare stoffen. Dat zegt GroenLinks-fractievoorzitter Arno Bonte. Nu lozen schippers gifdampen nog vaak in de buitenlucht.

Het zogenoemde ‘ontgassen’ van chemieschepen gebeurt voordat nieuwe vloeibare vracht wordt geladen. Naar schatting gaat daardoor in de Rotterdamse haven minimaal 3 miljoen liter chemische lading als damp de buitenlucht in. Dat leidt vooral in Schiedam, Vlaardingen en Hoek van Holland tot extra luchtvervuiling.
 
Pas vanaf 2020 mag ontgassen van schepen niet meer in de buitenlucht. ‘Veel te laat’, vindt Bonte. ‘In de tussentijd stellen we duizenden mensen onnodig bloot aan gevaarlijke gassen.' Het is volgens hem mogelijk om veel eerder met het veilig ontgassen van schepen te beginnen. 'Als we nu al dampretourinstallaties neerzetten, kunnen we het verbod veel eerder instellen. De teruggewonnen stoffen verdwijnen dan niet in de longen van mensen, maar kunnen verkocht en hergebruikt worden.’
 
Volgens Bonte is er een taak weggelegd voor het Havenbedrijf om een ontgassingsbedrijf op te zetten. ‘Ontgassen is al rendabel, maar private investeerders wachten liever eerst het verbod af’, weet hij. ‘De overheid wacht juist met een ontgasverbod, totdat er voldoende installaties staan. Deze kip-ei-situatie kan doorbroken worden.’ Bonte denkt aan een investering van vijf tot tien miljoen euro voor minimaal vijf dampretourinstallaties.