GroenLinks wil vogelsoorten die van oudsher voorkomen in de stad van de ondergang redden. Woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars moeten daarom bij nieuwbouw en renovatie zorgen voor genoeg broedplekken.

Stadsvogels hebben het steeds moeilijker. Het aantal mussen en gierzwaluwen is de afgelopen jaren hard achteruitgegaan. Een typische stadsvogel als de Zwarte Roodstaart dreigt zelfs helemaal te verdwijnen. ‘Door betere isolatie van huizen en het hermetisch afsluiten van daken vinden vogeltjes moeilijker een plek om een nest te bouwen. Ze zorgen dan niet voor nageslacht’, zegt raadslid Judith Bokhove. ‘Als we niets doen, vliegen er straks alleen nog meeuwen, duiven en kraaien rond in Rotterdam.’

GroenLinks wil het tij keren met nestplekken op gemeentelijke gebouwen. Ook wil de partij vergunningen voor nieuwbouw en voor dakrenovatie koppelen aan de aanleg van nestruimte, bijvoorbeeld door voorlichting aan bouwers over de mogelijkheden. ‘Kleine vogelsoorten nestelen graag onder dakpannen en in spleten. Door op elk dak speciale dakpannen met nestruimte te leggen, helpen we stadsvogels enorm. En het kost nauwelijks extra geld.’

Bokhove wil daarnaast het gemeentelijk groenbeheer vogelvriendelijker maken. ‘Kleinere vogels hebben goede plekken nodig om te schuilen, zoals heggen en struiken. Die moet je dus laten staan. Maar denk ook aan de aanleg van geluidswallen met klimplanten en aan vlinderbermen, zodat insecten goed gedijen en er genoeg voedsel is voor stadsvogels.’ GroenLinks dient binnenkort een voorstel in om typische stadsvogelsoorten te behouden voor Rotterdam.