Het Rotterdamse bedrijf EBS krijgt geen boete. Het overslagbedrijf moest mogelijk 50.000 euro per maand betalen, omdat het al bijna twintig jaar tegen wil en dank en zonder geldige vergunning giftig Duits zinkafval opslaat. Op aandringen van de voltallige gemeenteraad van Rotterdam wil staatssecretaris Atsma (milieu) de boete nu alsnog schrappen en de onderhandelingen met Duitsland heropenen over de afvoer van het afval.

In 1991 werd in de Rotterdamse haven ontdekt dat een uit Duitsland afkomstig schip zeer giftig zinkconcentraat vervoerde. De lading was bestemd voor Polen, maar mocht niet verder worden getransporteerd. Sindsdien ligt het zinkafval opgeslagen bij European Bulk Services (EBS). Twee bedrijven die betrokken waren bij de export gingen kort daarna failliet en de Duitse overheid heeft nooit verantwoordelijkheid willen dragen voor het verwerken van het afval en het vergoeden van de schade aan EBS.

De gemeenteraad van Rotterdam heeft het kabinet in een brief opgeroepen om het zink alsnog te verwijderen en om EBS te compenseren voor de jarenlange opslag. ‘In feite heeft EBS 19 jaar correct voor de opslag van het giftige en illegale afval gezorgd’, aldus de brief. De schade voor EBS zou inmiddels zijn opgelopen tot zo’n 9 miljoen euro. Volgens de gemeenteraad is Duitsland bereid om de onderhandelingen over het gif te heropenen, waarop staatssecretaris Joop Atsma deze week in de Tweede Kamer heeft toegezegd contact op te zullen nemen met zijn collega in Berlijn.

‘Het zou mooi zijn als het zinkafval na al die jaren op een verantwoorde manier verwerkt gaat worden’, zegt Arno Bonte van GroenLinks. ‘Over compensatie heeft Atsma niet gerept, maar die boete lijkt in ieder geval van tafel en dat is winst. En nu maar hopen dat het kabinet dit conflict eindelijk uit de wereld helpt.’